HOORN -Hoorn en Amersfoort hebben op het eerste gezicht niet zoveel met elkaar gemeen. Toch delen de steden nu een kunstwerk dat een uniek verhaal vertelt over de kunstgeschiedenis van beide steden. Gevierd fijnschilder Matthias Withoos (1672 – 1703), werkte zowel in Amersfoort als in Hoorn. Dit leidde onlangs tot de gezamenlijke aankoop van het schilderij ‘Sottobosco met landschap en jachtstilleven’ van Matthias Withoos op de veiling Dorotheum in Wenen. Het werk laat goed zien hoe breed het vakmanschap van de Amersfoortse én Hoornse grootmeester is. Het Westfries Museum en Museum Flehite in Amersfoort konden dankzij de steun van hun vriendenstichtingen en enkele particulieren deze unieke aankoop doen. Vanaf 22 juni t/m 13 oktober Is het werk voor het eerst in Nederland tentoongesteld in Museum Flehite, waarna het vanaf eind oktober in Hoorn te zien zal zijn.


Sottobosco met landschap en jachtstilleven
Het schilderij vult een lacune in de collecties van Museum Flehite en Westfries Museum op. Het doek laat verschillende specialiteiten van de Amersfoortse en Hoornse meester zien. Het werk bevat drie Withoosgenres in één, namelijk een landschap, een jachtstilleven én een sottobosco.


Kunst delen
Gezamenlijke aankopen van musea komen bij oude schilderkunst niet vaak voor. Voor het Westfries Museum en Museum Flehite was de samenwerking, juist door de gedeelde geschiedenis, een vanzelfsprekende stap en een unieke kans om zo’n sleutelstuk in de collecties op te nemen.
“We zijn trots dat we dankzij de samenwerking met het Westfries Museum een ontbrekend stuk van de kunstgeschiedenis van de steden kunnen delen met een groot publiek”, aldus Albert Boersma van de Collectie Commissie van de OVF (Oudheidkundige Vereniging Flehite). De laatste jaren hebben de twee musea al schilderijen aan elkaar uitgeleend t.b.v. de tentoonstelling Withoos meets Withoos in Hoorn en voor de tentoonstelling Maestro van Wittel in Amersfoort. Ook de leerling van Withoos, Caspar van Wittel heeft, weliswaar kort, in Hoorn gewoond bij zijn leermeester.


Matthias Withoos
Matthias Withoos werd ca. 1627 in Amersfoort geboren. De jonge Withoos ging voor zes jaar in de leer bij Jacob van Campen en in 1647 werd 'Matis Janss Withoos' ingeschreven in het St. Lucasgilde te Amersfoort. Een paar jaar daarop vertrok de 21­ jarige Matthias voor verdere studie samen met studiegenoten naar Rome. Withoos raakte door zijn gedetailleerde en natuurgetrouwe manier van schilderen in de gunst van Kardinaal Leopoldo de Medici, voor wie hij dan ook schilderde tijdens zijn verblijf in Rome.


Sotto Boschi
Samen met zijn collega en reisgenoot Otto Marseus van Schrieck ontwikkelde hij in Italië bovendien een heel nieuw genre stillevens, zogenaamde ‘sotto boschi’, in het Nederlands wel ‘bosgrondjes’ genoemd. Withoos moet veel kennis hebben gehad van de flora en fauna maar zeker ook van de vergankelijkheidsymboliek met verwijzingen naar een goed en deugdzaam christelijk leven. Zijn stillevens herinneren de kijker aan het feit dat we maar korte tijd op aarde zijn en spoort aan tot bescheiden leven.


Naar Hoorn
Na zijn terugkeer in Amersfoort in 1652 ontwikkelde Withoos zich niet alleen tot een gevierd schilder maar ook nog eens tot een vooraanstaand burger. Hij trouwde met Wendelina van Hoorn, wiens ouders ook uit Hoorn kwamen en kreeg met haar acht kinderen. Het (protestantse) geloof dwong hem te vluchten naar Hoorn, de welvarende VOC­ vrijhaven van de Gouden Eeuw, voordat de katholieke Fransen in 1672 Amersfoort bezetten. In Hoorn is Withoos wederom succesvol als schilder.


2020: Withoos tentoonstelling in Amersfoort
In Museum Flehite zijn de voorbereidingen voor een grote Withoos tentoonstelling al in volle gang. De volle breedte van zijn oeuvre van bosgrondjes, jachtstillevens, vanitasstillevens, Italiaanse lusthoven, stadsgezichten tot landschappen worden in 2020 uit heel Nederland en Europa naar Amersfoort gebracht. Uiteraard zal deze nieuw aangeschafte sottobosco dan niet ontbreken.

De aankoop van ‘Sottobosco met landschap en jachtstilleven’ is mogelijk gemaakt door de Vrienden van het Westfries Museum, de Stichting Fonds Bos, Museum Flehite en enkele Amersfoortse particulieren.